Entête de page

De Straatsburgse Gemeentemusea

Straatsburg bezit tien gemeentemusea: tien bijzondere en elkaar aanvullende instellingen, tien monumenten van regionale, nationale en internationale kunst en cultuur, met tien boeiende parcours. De tien Straatsburgse Gemeentemusea vormen een netwerk met een uitgesproken beleid, gericht op verschillende vormen van artistieke schepping en erfgoed. Zij dekken een breed, encyclopedisch veld en bieden onderdak aan aanzienlijke collecties die regelmatig worden verrijkt met nieuwe verwervingen.

Het Museum van Beeldende Kunst werd in 1801 opgericht op aanstichting van Napoleon Bonaparte en moest een door de staat samen te stellen collectie presenteren. Na 1890, in de Duitse tijd, legde Wilhelm von Bode, de toenmalige directeur van de Berlijnse Musea, de basis voor een nieuwe collectie, aangezien de aanvankelijke in 1870, bij het beleg van Straatsburg, geheel verloren was gegaan. In de 19e en 20e eeuw bevorderde de plaatselijke culturele en economische context het eerste ontstaan van een museaal netwerk, met het Kunstgewerbe Museum of Hohenlohemuseum (1887) - na 1918 voortgezet als Museum van Decoratieve Kunst), het Prenten- en Tekeningencabinet (1890), het Zoölogisch Museum (1893), het Archeologisch Museum (1896), het Elzasmuseum (1902), het Historisch Museum (1919), het Museum Œuvre Notre-Dame (1931), het Museum voor Moderne en Hedendaagse Kunst (1998) en het Centrum Tomi Ungerer (1990) dat in 2007 uitgroeide tot het Tomi Ungerer Museum – Internationaal Illustratiecentrum.

Dit netwerk, gefinancierd door de gemeente Straatsburg, bezit een gemeenschappelijke directie en gemeenschappelijke diensten en ontwikkelt zich in een geest van hoge eisen, nieuwsgierigheid en openheid.